Maatregelen Corona: update

Het is weer tijd voor een update. Er zijn namelijk in het kader van de corona-crisis een aantal nieuwe maatregelen beschikbaar. Ook de huidige maatregelen wijzigen op een aantal punten. Dit kan voor jou en jouw bedrijf een nieuwe uitkomst bieden. Hieronder lees je de belangrijkste updates, details en de actuele stand van zaken.

Update 1: TOGS-regeling uitgebreid

Meer ondernemers kunnen gebruik maken van de TOGS-regeling. Dit is een eenmalige belastingvrije tegemoetkoming van € 4.000. De regeling is nu ook beschikbaar op basis van uitbreiding naar nevenactiviteiten. Ondernemers konden voorheen alleen op basis van de SBI-code van de hoofdactiviteit in aanmerking komen voor de TOGS-regeling. Dit is uitgebreid, een ondernemer kan ook op basis van de SBI-code van de nevenactiviteiten in aanmerking kan komen voor de regeling. Dit is gedaan omdat de geregistreerde nevenactiviteiten soms beter aansluiten op de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten dan de hoofdactiviteit. Een vereiste is wel dat je als ondernemer uitsluitend op basis van de geregistreerde nevenactiviteit voldoet aan de minimumvereisten qua omzetverlies en de vaste lasten (beiden 4.000 euro). Wil jij weten of jij met jouw onderneming in aanmerking komt voor deze regeling? Laat het ons weten en wij kijken dit voor jou na!

Update 2: TOGS-regeling en vaste lasten

Een van de voorwaarden om voor de de TOGS-regeling in aanmerking te komen, is dat een onderneming in de periode 16 maart t/m 15 juni 2020 ten minste € 4.000 aan vaste lasten verwacht. Het RVO heeft inmiddels bekend gemaakt wat zij onder vaste lasten verstaan. Onder vaste lasten verstaan zij de periodieke kosten, die nodig zijn om een bedrijf draaiende te houden. De kosten die je mag meerekenen, moeten vaste kosten van het bedrijf zijn en moeten uit de bedrijfsadministratie af te leiden zijn. Als jouw kosten hieraan voldoen, kun je ze meenemen in de berekening van de vaste lasten voor de TOGS-regeling.

Update 3: belangrijke details over de NOW-regeling

1. Pas op met oproepkrachten!

Het kabinet heeft werkgevers verzocht om ook aan oproepkrachten het loon door te betalen in het kader van de NOW-regeling, omdat het behoud van werk voorop staat en ook de loonkosten van oproepkrachten worden meegenomen in de subsidie. Hier komt echter wel een potentieel gevaar om de hoek kijken voor een werkgever. Als je een oproepkracht namelijk onverplicht doorbetaald, waarbij je bijvoorbeeld uitgaat van het gemiddelde loon van de afgelopen 3 maanden, kan een werknemer zich na afloop van de coronacrisis op het standpunt stellen dat er sprake is van een verworven recht op basis van het zogenaamde rechtsvermoeden. Dit betekent dat een oproepkracht een aantal uren kan claimen en loon van jou als werkgever kan vorderen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat je als werkgever in dergelijke gevallen schriftelijk aan de oproepkrachten aangeeft dat het hier enkel gaat om een loonbetaling uit coulance, zodat ze hier later geen rechten aan kunnen ontlenen. Ik heb hiervoor een standaardbrief opgesteld, welke jou hierbij kan helpen!

2. Loon werknemers met AOW-leeftijd telt toch mee

Er zijn geen premies voor de AOW en de werknemersverzekeringen verschuldigd, zoals de WW en de WGA, over het loon van werkende AOW-ers. Toch kan ook voor de loonkosten van werkende AOW-ers een beroep op de NOW-regeling worden gedaan. Dit betekent dat het loon van werkende AOW-ers onder het bereik van de NOW valt en ook dit loon meetelt voor de NOW-subsidie.

3. Wijziging betreffende eerdere werktijdverkortingsaanvraag

Heb je als werkgever een wtv-aanvraag (voorloper van de NOW-regeling) ingediend voor jouw werknemers en die aanvraag niet uiterlijk 30 april 2020 compleet gemaakt? Dan neemt het UWV deze aanvraag niet in behandeling. Dien in deze gevallen een nieuwe NOW-aanvraag in anders loop je het risico dat je geen subsidie krijgt. Doe dit uiterlijk 31 mei 2020.

4. Aanpassing concernbepaling

Sinds 5 mei is toegestaan dat individuele werkmaatschappijen van een concern subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij – in plaats van op concernniveau – als er bij het concern sprake is van minder dan 20% omzetdaling. Uit een accountantsverklaring zal moeten blijken dat er sprake is van minder dan 20% omzetdaling op concernniveau en dat er sprake is van ten minste 20% omzetdaling op het niveau van de werkmaatschappij. Vervolgens bepaalt de hoogte van de omzetdaling bij de werkmaatschappij de hoogte van de NOW-subsidie.

5. Voorwaarde Nederlands bankrekeningnummer aangepast

In de oorspronkelijk NOW-regeling was als voorwaarde opgenomen dat een werkgever met een buitenlands rekeningnummer binnen vier weken de NOW-aanvraag moest aanvullen met een Nederlands bankrekeningnummer. In de praktijk bleek dat het in veel gevallen onmogelijk was om aan deze voorwaarde te voldoen. Daarom is besloten om de NOW-regeling NOW aan te passen. Werkgevers met een niet-Nederlands
SEPA-bankrekeningnummer hoeven niet langer een Nederlands bankrekeningnummer aan te leveren.

Update 4: aanvraag Tozo-regeling mogelijk voor grensarbeiders en AOW-gerechtigde zelfstandigen

Zoals in onze vorige nieuwsbrief is aangegeven, kunnen zelfstandigen met de AOW-gerechtigde leeftijd én grensarbeiders ook een beroep doen op de TOZO-regeling. Het was alleen nog niet duidelijk vanaf wanneer de aanvragen gedaan konden worden. Inmiddels is bekend gemaakt dat beide groepen een aanvraag kunnen indienen tot uiterlijk 31 augustus 2020. Dit kan met terugwerkende kracht tot 1 maart 2020. Ben je een grensarbeider of een zelfstandige met de AOW-gerechtigde leeftijd, houd hier dan rekening mee!

Update 5: verhoging vrije ruimte voor 2020 en thuiswerkfaciliteiten

Eerder is de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom verhoogd. Dit betekent concreet dat de vrije ruimte met maximaal € 5.200 wordt verhoogd. Dit kan jou als werkgever mogelijkheden bieden om, als je daar ruimte voor hebt, werknemers in deze tijd extra tegemoet te komen. Bijvoorbeeld door het verstrekken van een bloemetje of een cadeaubon. Maar de extra ruimte kan ook worden benut voor thuiswerkfaciliteiten.

Voor wat betreft de thuiswerkplek, zijn er 4 fiscale mogelijkheden:

  1. Noodzakelijkheidscriterium
    Vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen van gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur zijn gericht vrijgesteld, als deze voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium. Onder ‘dergelijke apparatuur’ vallen ook de internetverbinding thuis, de printer en -cartridges.
  2. Arbovoorzieningen
    Arbovoorzieningen in de werkruimte thuis zijn gericht vrijgesteld als deze volgen uit de arboverplichtingen van de werkgever. Belangrijke voorwaarden bij deze vrijstelling zijn dat de werkgever geen eigen bijdrage van de werknemer vraagt en dat de inrichting van de thuiswerkplek is opgenomen in het arboplan van de werkgever. Onder arbovoorzieningen vallen bijvoorbeeld een ergonomisch bureau en ergonomische stoel, maar ook verlichting.
  3. Hulpmiddelen
    Hulpmiddelen die de werknemer ook buiten de werkplek op kantoor (bijvoorbeeld thuis) kan gebruiken en die hij voor 90% of meer zakelijk gebruikt, zijn gericht vrijgesteld. Dit kan gelden voor computers, laptops, mobiele telefoons, iPads en gereedschappen die op zich niet noodzakelijk zijn, maar die de werknemer wel voor ten minste 90% zakelijk gebruikt.
  4. Vrije ruimte
    Een vergoeding van de kosten die de werknemer maakt om thuis te werken (denk aan extra gas, water en elektriciteit, koffie, thee en dergelijke), is niet gericht vrijgesteld of op nihil gewaardeerd. De vergoeding kan wel worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel en ten laste komen van de vrije ruimte.

Let op: voor gerichte vrijstellingen, zoals de voorbeelden bij punten 1 t/m 3, moet een onderbouwing aanwezig zijn door middel van facturen of bonnetjes. Als er geen onderbouwing aanwezig is in de administratie, dan vallen de kosten onder de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

Update 6: verdere versoepeling criteria voor BMKB

Mkb-bedrijven met een gezond toekomstperspectief maar die in liquiditeitsproblemen zijn gekomen door de coronacrisis, kunnen tijdelijk onder gunstiger voorwaarden gebruikmaken van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB). Deze regeling is tijdelijk opnieuw verder verruimd om financiering voor ondernemers toegankelijker te maken. Zo is de looptijd nu verruimd naar 4 jaar. Ook is de toegang laagdrempeliger gemaakt doordat behalve via een liquiditeitsprognose ook via een omzettoets toegang kan worden verkregen tot de BMKB. Eerder deze maand werd het premiepercentage van de BMKB al verlaagd van 3,9% naar 2% en het budget verhoogd van € 765 miljoen naar € 1,5 miljard. Bovendien kunnen sindsdien ook non-bancaire financiers zich accrediteren om hun klanten te financieren met een BMKB-krediet.

Update 7: verder verruimde GO-regeling

De voorgestelde verruimingen van de Garantie Ondernemersfinancieringsregeling (GO-regeling) zijn door de Europese Commissie goedgekeurd. Daardoor is de verruimde regeling sinds 29 april jl. opengesteld. Het budget is verhoogd van € 1,5 miljard naar € 10 miljard. Daarnaast is het garantiepercentage verhoogd van 50% naar 80% voor grootbedrijven en naar 90% voor het MKB, mits zij getroffen zijn door de coronacrisis. De looptijd van de GO-regeling is zes jaar.

Hopelijk biedt deze nieuwsbrief, Maatregelen Corona: Update, een houvast in deze moeilijke tijd. Indien je hulp nodig hebt bij het aanvragen van bovenstaande maatregelen of er vragen zijn, dan helpen wij jou uiteraard graag verder!